Niet net nu
Niet net nu
De ochtend zijn geduld niet langer kan en wil bewaren
De graspieper is neergestreken in het boerenland
Vroeg opgestane vissers onverstoord naar dobbers staren
Naast hen de vastberaden reiger aan de waterkant
Niet net nu
De paardenbloemen pluizen en de jonge liefdes bloeien
De lakenvelders grazen in meeslepend morgenrood
Een mijmeraar de geest krijgt, en er gras over laat groeien
Terwijl de nevel optrekt boven wei en boven sloot
Laat er niet iets te gebeuren staan
Laat het niet over iets anders gaan
Niet net nu
De windvlaag zich een weg baant door het fluisterende koren
De roodborst zich behendig in de zon weet opgewarmd
Niet nu het grijs verdwijnt en nu het groen als nooit tevoren
O alsjeblieft, niet nét
nu ik het leven heb omarmd
Wietske Loebis
September 2017
Geef een reactie